Straatfotografie is dood. Straatfotografie wordt illegaal. Straatfotografie gaat verdwijnen.
Klinkt vertrouwd? Elk jaar kun je dit soort stellingen wel ergens lezen of horen. Straatfotografie staat onder druk. Dat is het minste wat je kan zeggen. Maar of deze vorm van fotografie gaat verdwijnen? Ik zie het niet gebeuren.
Meer fotografen dan ooit
Niet elk beeldje in de openbare ruimte is straatfotografie. Het is een breed begrip dat de beoefenaars maar ook anderen verschillend invullen. Dat maakt de discussie lastig. Laat ik het simpel houden: we hebben het hier over foto’s die, op een ongedwongen manier, het dagelijks leven van de mens in beeld brengen. Is dat genre dood?
Zoek op “straatfotografie” en je zult zien: Flickr en Instagram barsten uit hun voegen. Het aantal collectieven in het genre boomt. Elke fotowedstrijd heeft een categorie street. Het aantal boeken erover groeit elke maand. Oude namen worden telkens herverpakt, nieuwe namen duiken op. En de opkomst van de smartphone heeft het aantal mensen dat foto’s maakt vergroot.
Natuurlijk zit er een hoop rommel tussen al die miljoenen foto’s op sociale media. Moeten al die plaatjes wel gepubliceerd worden? Menig fotograaf lijdt aan zelfoverschatting. Misschien is mijn eigen werk barslecht. Maar vroeger waren er ook mindere goden. Alleen bleven die vaak onzichtbaar bij gebrek aan Flickr en Instagram.
Het is wel een feit dat er tussen al die candid plaatjesschieters ook enorm veel goede tot zeer goede zitten. Baanbrekende vernieuwingen zijn er wellicht niet, in stilistisch opzicht, maar is dat belangrijk? Elke kunstvorm is op zekere dag uitgeëvolueerd. Daarna zie je vooral herinterpretaties en mixen van vroegere ontwikkelingen. Dat kan schier eindeloos doorgaan. Pas wanneer niemand meer fotografeert, is de fotografie dood.
GDPR laat ruimte
Maar wacht eens… volgens sommigen komt die dag dat fotografie nergens meer mag met rasse schreden naderbij. Toegegeven, de wetgever maakt het de laatste jaren niet gemakkelijk. De Europese GDPR, waaraan we ons sinds mei 2018 moeten houden, stelt hoge (vaak onwerkbare) eisen aan foto’s, en vooral de publicatie ervan.
Die wet kwam niet uit de lucht vallen. Veel bepalingen die erin staan kwamen we al tegen in de oude privacyregels van individuele EU-landen. Hoewel die hier en daar tot een rechtszaak leidden, hebben die oude wetten de groei van de fotografie niet afgeremd.
De GDPR geeft de rechter wel extra instrumenten in handen. Velen maken zich daarom zorgen over de gevolgen van privacywetgeving voor straatfotografie. Toch is daar weinig reden toe. Een explosie van juridische procedures kan er alleen komen als burgers het belangrijk genoeg vinden om hiervoor naar de rechter te stappen. Dat veronderstelt alleen al dat ze weten dat ze ergens op een straatfoto staan. De kans daarop is echter klein: het genre is een niche die vooral collega-fotografen aanspreekt. Het grote publiek, dat op de foto’s figureert, weet vaak niet wat het is. En anders dan vroeger, kom je straatfotografie weinig tegen in de massamedia.
De GDPR laat bovendien een achterpoortje open voor straatfotografie. Voor foto’s die een journalistiek, wetenschappelijk en artistiek belang dienen gelden immers uitzonderingsbepalingen. En straatfotografie is een inmiddels alom erkende kunstvorm, zie de vele exposities in het genre. Los daarvan, een straatfotograaf die een beetje verantwoord optreedt, zorgt er sowieso voor niet snel foto’s te publiceren van mensen in gênante situaties.
Privatisering als verbodsbord
Bij de introductie van de GDPR zag ik sommige fotografen voorzichtiger worden. Er waren er zelfs die al hun foto’s van mensen van Internet haalden. De meeste fotografen lijken er echter niet wakker van te liggen, en dat lijkt me de juiste houding.
Een grotere bedreiging dan de GDPR is de privatisering van de openbare ruimte. Want daar gelden andere regels dan op straat. Fotograaf Nick Turpin publiceerde een lijst van locaties in Londen die vroeger publiek waren, maar nu in privé-handen. Sindsdien mag je er geen foto’s maken. Het gaat onder meer om stations, maar ook om een zakenwijk en het Olympische park van 2012. Vroeger liep je daar gerust met een camera rond.
Dat verschijnsel zie je ook elders. In steeds meer winkelcentra mag je bijvoorbeeld wel camera’s kopen, graag zelfs, maar ze beslist niet gebruiken. Anders staat er een streng securitymannetje naast je. Die mogelijk alleen op camera’s let en niet op mensen die met de gsm fotograferen, zoals ik ondervond in Brussel in hetzelfde pand als waar de FNAC zijn Nikons en Canons aan de man brengt. Als deze trend doorzet, en niets spreekt het tegen, wordt het werkterrein van de straatfotograaf in theorie almaar kleiner.
Korte lontjes
Een ander tijdsverschijnsel dat de straatfotografie tot op zekere hoogte kan nekken is het korte lontje van de moderne burger. Alles draait vandaag rond identiteit. Iedereen wil zichzelf kunnen zijn en erkend worden. Wie wil vindt altijd een reden om zich tekortgedaan of gekrenkt te voelen, los van de vraag of die reden ergens op gebaseerd is.
De buitenproportionele aandacht die de media besteden aan terreuraanslagen en dreigingen voedt de angst dat er overal gevaar op de loer ligt. Het gevolg: veel mensen leven in een permanente staat van wantrouwen. Terwijl er genoeg statistieken zijn die bewijzen dat de wereld veiliger dan ooit is. Maar voor feiten zijn mensen steeds minder gevoelig. Angst is krachtiger dan wetenschap. Camera’s leiden daarom tot boze reacties en soms klappen. Iemand meteen afdreigen is effectiever dan roepen dat je naar de rechter stapt. Wie maalt er om een GDPR als je een vuist hebt?
Cijfers zijn er niet, en vermoedelijk blijft 99% van de gevallen onder de radar, maar fotografen die al jaren over straat zwerven merken dat de man/vrouw in de straat minder tolerant is dan vroeger wanneer er een camera op ze wordt gericht. Volgens f.d. walker, die al tientallen wereldsteden bezocht, zijn de Brusselaars zelfs de ergste. Het is ook de enige stad waar ik meer dan eens ‘no photo‘ te horen kreeg.
*** lees verder onder de foto ***
Mensen willen foto’s
Er hangen dus best een paar donkere wolken boven de straat van de fotograaf. Het zijn akelige tijden. Maar verdwijnen doet het genre niet. Denk aan de selfie. Mensen kunnen, ondanks alle ingebakken verontwaardiging, niet weerstaan aan de drang om ervaringen vast te leggen. Dat gebeurde vroeger alleen met woorden, tekeningen en schilderijen, later ook met foto’s en film. Die neiging tot expressie zit diep in ons verankerd, maakt mensen tot wat ze zijn. En zoals er mensen zijn die aan urban exploring doen, een meestal verboden activiteit waarbij leegstaande gebouwen worden binnengedrongen en gefotografeerd, zo zullen er ook mensen blijven die geprivatiseerde businesswijken fotograferen.
De Sovjet-Unie en het Derde Rijk konden dissidente kunst niet uitbannen, ondanks dat daar de zwaarst mogelijke middelen tegen in werden gezet. In plaats daarvan verdwenen de Sovjet-Unie en het Derde Rijk. Dat is een hoopvolle gedachte.
Wordt straatfotografie meer candid?
Straatfotografie zal zich niettemin aanpassen. Ik vermoed dat het genre nog meer “onzichtbaar” wordt. Als je een foto maakt, moet je proberen om zo onopvallend mogelijk te handelen. Pretenderen dat je iets anders fotografeert. Dan heb je minder snel last. Of je fotografeert vanuit een ongewone hoek, waarbij het onderwerp je amper waarneemt.
De technologie gaat helpen. We hebben al de smartphone: een apparaat dat zich lastiger laat weren dan een fototoestel. Uiteindelijk gaan camera’s voor consumenten nog kleiner worden. Google Glass flopte, maar er zijn soortgelijke gadgets in de maak. Als Apple op die markt springt, kan het hek van de dam zijn. Dan weet niemand nog of hij gefotografeerd wordt.
Of je daar als burger gelukkig mee moet zijn, is een ander verhaal, want niet iedereen heeft de nobele bedoelingen van een straatfotograaf. Maar het lijkt me een ontwikkeling die niets ter wereld kan afremmen. Wetgevers lopen altijd achter op technologie. Het Internet zal publicatie mogelijk blijven maken, ook als de geportretteerde tot in hoger beroep gelijk krijgt dat de foto weg moet. Desnoods via het Darknet. Van elke gepubliceerde foto blijft wel ergens een kopie. Er zullen nooit minder foto’s zijn, alleen maar meer.
Een foto leeft langer dan degene die de kunst verbiedt. Helaas ook langer dan degene die hem maakte. Damned.