Zwart-wit straatfotografie is als een BMW-rijder met een zware voet: een cliché. Maar zoals er BMW-rijders zijn die zich keurig aan de snelheidsregels houden, is er ook straatfotografie in kleur. Sterker nog, veel bekende straatfotografen werken altijd in kleur. Wanneer kies ik voor het een, wanneer voor het ander?
Kleurenfoto’s bestaan al meer dan honderd jaar, maar waren decennialang het domein van de commercie. Je zag kleur in reclames. Later gingen ook amateurs kleurenfoto’s maken. Voor het ontwikkelen van de filmpjes vertrouwden ze op de plaatselijke fotozaak. Kunstfotografen hielden het meestal op zwart-wit. Dat had praktische en financiële redenen. Afdrukken in kleur was complex en duur. Thuis een zwart-witrolletje ontwikkelen ging heel wat vlotter. Maar het was vooral snobisme dat de doorslag gaf. Een kunstfotograaf liet zich niet graag associëren met reclamejongens en vakantiekiekjes.
Saul Leiter was een van de eerste straatfotografen die voor kleur koos. Al in de jaren vijftig van de vorige eeuw exposeerde hij kleurenplaten, maar hij moest nog een halve eeuw wachten voor hij daarvoor erkenning kreeg. Het kleurenwerk van Joel Meyerowitz was wel vrij snel succesvol. Hij werkte in zijn jonge jaren als vormgever in de reclamebranche en had weinig last van vooroordelen over kleurenfotografie. Hoewel ook hij een tijdje in zwart-wit schoot, koos hij in de jaren zestig voor kleur. En uiteraard mag William Eggleston niet worden vergeten, wiens werk uit de jaren zeventig als baanbrekend geldt.
Straatfoto’s in kleur én zwart-wit
Vandaag de dag is straatfotografie in kleur volkomen ingeburgerd. Denk aan Matt Stuart, Alex Webb en Martin Parr. Ze maken schitterende, kleurrijke foto’s. Toch blijven veel mensen het genre vereenzelvigen met zwart-wit. Ook ik kies uiteindelijk in 85 procent van de gevallen voor monochroom. Waarom?
Ik kan vooral voor mezelf spreken. Een deel is persoonlijke voorkeur. De wortels vermoed ik in mijn jeugd. Ik kom uit een tijd waarin kranten alleen in zwart-wit werden gedrukt. En de eerste foto’s die indruk op mij maakten stonden in de krant. Televisie en film, uiteindelijk niets anders dan fotografie in een hoog tempo, waren ook van invloed. We hadden jarenlang alleen een zwart-wittelevisie. Tot mijn vroegste tv-herinneringen behoren de stemmige beelden van de Duitse krimi Der Kommisar waar mijn ouders naar keken. En ik groeide als muziekliefhebber op in de duistere jaren tachtig. De muziekwereld werd destijds door niemand zo typerend vormgegeven als door fotograaf Anton Corbijn. In zwart-wit.
Zwart-wit heeft iets introverts. Er zit mysterie in. Maar ook melancholie of dreiging. Het past bij mijn eerder ingetogen karakter; ik ben niet iemand die vanaf de barricades het volk toeschreeuwt. Kleur is meer extravert. Uitbundig. Levendig. Daar is niets op tegen; mensen die alleen voor zwart-witfoto’s kiezen omdat het “kunstzinnig” is, zijn toch vooral poseurs. Maar een foto wordt wel snel druk door kleur. En dat is gauw té druk. Kleur kan afleiden van het onderwerp, of van de boodschap of sfeer die je wilt overbrengen.
Wanneer kiezen voor kleur?
Ik schiet altijd in RAW. Dit geeft mij de kans om pas bij de nabewerking voor kleur of zwart-wit te kiezen. Ik kies voor zwart-wit zo lang kleur niets aan waarde toevoegt. Een voorbeeld is de foto bij dit artikel. Daarop zie je enkele bezoekers aan een markt in België. Wat me interesseerde waren de ouderwetse kleren die ze droegen. Nadien kwam ik erachter dat het conservatieve christenen waren die mensen voor hun religieuze clubje wilden warm maken.
Boven zie je de kleurenfoto, hieronder een versie in zwart-wit. Kleur wint hier van zwart-wit. Het aantal kleuren is beperkt, waardoor het beeld niet onrustig wordt. Het energieke rood van de marktkraam contrasteert met het kalme blauw, neutrale wit en stemmige grijs van de kleding. In de zwart-witversie blijft van dat effect niets over en gaat de aandacht naar het patroon van de rok die de vrouw aan de rechterkant draagt. Het wordt zo een andere, zwakkere foto.
Er zijn straatfotografen die alleen zwart-wit of uitsluitend kleur schieten. Ik beperk me op dit punt niet. Uiteindelijk wil ik vooral foto’s maken die mij aanspreken. Dat lijkt me belangrijker dan mezelf, om wat voor reden dan ook, krampachtig in een hokje te plaatsen. Je straatfotograaf noemen is al hokje genoeg. Wel presenteer ik mijn kleurenwerk los van de zwart-witfoto’s. Ga je dat mengen in een galerij, willen de kleuren de meeste aandacht trekken. En hoewel ik kleuren sympathiek vind, moeten ze niet de baas gaan spelen.