Tijd voor een vraag die menig beginner zich stelt: Wat is de beste camera voor straatfotografie? Om meteen een paar lezers weg te jagen, dit antwoord: dé beste bestaat niet. Het ligt eraan wat je van een camera verwacht. De meeste straatfotografen kiezen voor handzame systeemcamera’s of voor pocketcamera’s van hoge kwaliteit. Hieronder lees je waarom.
Ik praat niet veel over camera’s. Om eerlijk te zijn: ze interesseren me maar matig. Ik kijk liever naar het resultaat. De toestellen waarmee pioniers als Cartier-Bresson, Koudelka of Winogrand de straat op gingen, hadden naar hedendaagse maatstaven bitter weinig mogelijkheden. En hun foto’s ontbeerden (opnieuw, naar de normen van onze tijd) details of zouden we nu zelfs onscherp noemen. Toch kunnen ze ons beroeren. Want de makers hadden goede ogen. En die kan je in geen enkele camerawinkel kopen.
Niemand is ooit een goede fotograaf geworden omdat hij of zij goede apparatuur bezat. Aan de andere kant: zonder camera kan natuurlijk niet. Dus, wat je moet kiezen als je begint met straatfotografie?
Ik zou eerst gebruiken wat je al hebt. Vis daarmee uit of je op straat fotograferen wel leuk vindt. Dat kan al met een smartphone, zelfs een goedkope. Het enige wat je nodig hebt zijn een schermpje, een sluiterknop (sluitertouch??) en, inderdaad, jouw ogen. Heb je al een logge spiegelreflex waaraan je verknocht bent, en is straatfotografie maar een van de vele genres die je beoefent, bespaar je dan de investering in iets anders. Gebruik gewoon je (D)SLR. Die ken je, en dat scheelt een boel kopzorgen.
Systeemcamera voor straatfotografie
Maar…. wil je je echt specialiseren in straatfotografie, kies dan iets lichts en handzaam. De keuze valt dan gauw op systeemcamera’s, ook hybride camera’s genoemd. De kwaliteit van de foto’s die je ermee maakt, doet niet onder voor die van een spiegelreflex. De camera’s zijn wel een pak kleiner en wegen minder. Ga je geregeld een dag op sjouw met een DSLR, kweek je met wat pech een tennisarm of een whiplash. Met een systeemcamera sta je een dag later fris als een hoentje weer op.

Andere overwegingen bij de aanschaf van een systeemcamera:
- Systeemcamera’s vallen minder op. Voor de mensen die je fotografeert lijk je op een toerist. Daarvan wordt meer geaccepteerd. Plus, haast elke systeemcamera kan je op stil zetten. Zo hoort je onderwerp niet dat je afdrukt. Ze zijn dus in alle opzichten discreter dan een spiegelreflex.
- Je hebt modellen met een zoeker (en een display), en doorgaans goedkopere varianten met enkel een schermpje achterop. Die schermpjes zijn al of niet kantelbaar, soms in richtingen die je liever niet hebt. Ik zweer bij een toestel met een ouderwetse zoeker, omdat het gemakkelijker componeert, maar dat kan ook gewenning zijn.
- Resolutie is een andere factor. Sommige fotografen willen per se 20 MP-foto’s schieten. Zeker doen als je fotobehang wilt kunnen maken, maar niet iedereen heeft die ambitie. Ook met 16 megapixels worden je beelden superscherp en zijn ze goed genoeg om (in een kader, weliswaar) tegen de muur te hangen.
- Nog een praktische overweging is bescherming tegen regen. Handig, maar het prijskaartje is stevig. Een gesealde versie van je favoriete camera kost gauw een paar honderd euro extra. Mocht je dat ervoor over hebben, bedenk dan dat een gesealde camera zonder waterdichte lens haast even kwetsbaar is als een ongesealde. Even door investeren, dus.
Merken camera’s voor straatfotografie
Fuji, Olympus, Panasonic en Sony hebben allemaal modellen die ze nadrukkelijk promoten als camera voor straatfotografie. Dat is slimme marketing en vooral Fuji’s en Olympussen kom ik onder straatfotografen veel tegen. De grote jongens Canon en Nikon lopen er wat minder mee te koop, maar hebben ook bruikbare systeemcamera’s in het aanbod (die van Nikon zijn wel duur). Ben je bereid om 500 tot 1000 euro uit te geven is het quasi onmogelijk om een systeemcamera te vinden die je niet voor straatfotografie kan inzetten.
Een enkeling is ietsje slomer met de autofocus of geeft – als dat voor jou telt – betere videobeelden. Maar het verschil in mogelijkheden tussen de modellen is meestal gering. Op elk toestel kan je de belichtingsdriehoek instellen, en veel meer heb je voor straatfoto’s niet nodig. De rest kan je altijd bijwerken in Lightroom, Photoshop of aanverwanten, als je dat wil. Uiteraard kan je ook diep in de buidel tasten en een digitale Leica van vier mille aanschaffen. Mooi spul natuurlijk, maar om je in straatfotografie te bekwamen zijn zulke uitgaves onnodig.
De cameramarkt beweegt in een rotvaart. Daar kan je financieel voordeel uit halen. Een model dat al drie jaar op de markt is, kan zomaar de helft goedkoper worden als er een nieuwe versie wordt aangekondigd. Zulke updates van bestaande modellen worden vooral bedacht om mensen tot nieuwe aankopen te verleiden. De nieuwtjes beperken zich doorgaans tot opties die je voor straatfotografie amper zult gebruiken.
Pocketcamera voor straatfotografen
Nog handzamer dan systeemcamera’s zijn pocketcamera’s. Die kleine toestelletjes ogen misschien amateuristisch, maar de high end modellen worden ook door professionals gebruikt. De Ricoh GR III is een regelrechte hype. Zo klein dat hij in je broekzak past, vederlicht en met een vaste lens die haarscherpe plaatjes oplevert. Niet goedkoop, maar je krijgt er iets voor. Plus, mensen merken amper dat je ze fotografeert: het ding is kleiner dan de gemiddelde smartphone. Een nadeel is dat je soms toch wat meer flexibiliteit wilt, zoals eens een andere lens, en dat je bij technische problemen meteen je hele camera kwijt bent. En er zit geen zoeker op, wat voor de meeste zakcamera’s geldt.
Wil je beginnen met straatfotografie en heb je nu alleen een pocketcameraatje, geef ik dezelfde raad als vooraan in dit artikel: gebruik het toestel om erachter te komen of je dit genre leuk vindt. Hoewel er vaak schamper wordt gedaan over goedkope camera’s, kan je er prima plaatjes mee schieten en er veel van leren. Zelfs een Polaroid of Instax kan je voor straatfoto’s gebruiken. Die geven je werk meteen een specifieke look.
Analoge straatfotografie

Nu we toch in het vintage department zijn aanbeland… Is een analoge camera voor straatfotografie interessant? Er is niets wat ertegen spreekt. De oude meesters kenden niets anders.
Over analoog fotograferen hangt een zweem van romantiek en nostalgie, maar nuchter bekeken vind ik dat digitaal toch wel aanzienlijke voordelen heeft en de race wint. Allereerst is het veel goedkoper. En omdat niet elke klik een euro kost, is er geen rem op je experimenteerzucht. Daardoor kan je van alles uitproberen, met een gerust hart fouten maken en zo sneller beter worden als fotograaf. Wil je toch analoog fotograferen, leer je foto’s dan zelf ontwikkelen. Dat scheelt in kosten. En hoe je foto’s eruitzien, wordt dan ook niet bepaald door een extern laboratorium.
Nieuwe analoge camera’s van hoge kwaliteit zijn er anno 2020 niet veel meer. Leica maakt ze nog, maar die modellen kosten gauw twee netto maandsalarissen. Het kan goedkoper: op rommelmarkten tik je voor een fractie daarvan een doos vol oude toestellen op de kop. Die doen het soms nog prima. Gauw naar het Vossenplein!
Mijn camera’s
Zelf heb ik twee camera’s voor straatfotografie: een Olympus OMD EM-10 Mk II en een Panasonic Lumix DMC-GX80. Ik gebruik ze afwisselend. Grote verschillen zijn er niet. De Olympus ligt wat beter in de hand (dat wil zeggen, mijn hand), heeft een grotere zoeker en geeft bij hogere ISO-waarden nog altijd weinig ruis. De Panasonic vind ik wat sterker in detail en kleur, en beschikt over een instelbare ISO-limiet, wat ook wel weer handig is. Omdat het allebei micro four thirds-systeemcamera’s zijn, kan ik dezelfde lenzen erop gebruiken. Meestal gebruik ik Panasonic-lenzen. Die hebben een uitstekende prijs-kwaliteitverhouding. Lees hier meer over de beste lens voor straatfotografie (die ook niet bestaat).
Zijn de Olympus en de Panasonic dan de beste camera’s voor straatfotografie? Vast niet, maar voor mij zijn ze goed. Ik kan ermee wat ik wil. En uiteindelijk is dat het belangrijkste.